Eén van de meest gestelde vragen in de planetariumkamer.
Veel mensen denken dat Eise Eisinga een autodidact was. Iemand die zichzelf alles over wiskunde en sterrenkunde had aangeleerd. Maar dat klopt niet helemaal. Eise kreeg wel degelijk onderwijs. Hoe werd deze wolkammer uit Dronrijp zo bedreven in de berekeningen die nodig waren om zijn wereldberoemde planetarium te bouwen?
Leren lezen, schrijven én rekenen in Dronrijp
Eise begint zijn schooltijd op de dorpsschool in Dronrijp. Daar krijgt hij les van schoolmeester Pieter Rinsma in lezen, schrijven en rekenen. Het is belangrijk dat Eise deze vaardigheden onder de knie krijgt, want zijn beroep staat al vast: later gaat hij net als zijn vader werken als wolkammer. Hij wordt niet alleen ambachtsman, maar ook ondernemer. Schrijven en rekenen heeft hij dan nodig om de administratie van geldzaken en bestellingen bij te houden.
De rekenkundige basis is dus al vroeg gelegd. Maar, met alleen deze basiskennis had Eise zijn planetarium nooit kunnen bouwen. Daar had hij ingewikkeldere wiskunde voor nodig. Gelukkig krijgt hij later de kans om zich verder te verdiepen in de wiskunde.
Eén dag per week naar Franeker voor sterrenkunde
Als Eise vijftien jaar oud is, gaat hij bij zijn vader Jelte in de leer om wolkammer te worden. Eén dag in de week stort hij zich daarnaast op iets heel anders: hij mag naar Franker voor privélessen in wiskunde bij Willem Wytzes. Drie jaar lang krijgt Eise les in rekenkunde, meetkunde en later ook sterrenkunde.
Willem Wytzes heeft veel kennis in huis. Hij komt uit een onderwijsfamilie, dus het lesgeven zit in zijn bloed. Naast zijn werk als blauwverver verdient hij bij als wiskundedocent. Het lesmateriaal dat hij aanbiedt is allemaal in het Nederlands – dat in tegenstelling tot de lessen op de universiteit, die allemaal nog in het Latijn zijn.
Oefenen met serieuze lesboeken
Wytzes stelt zijn eigen lesmateriaal samen, met opdrachten uit bekende boeken zoals De cijfferinghe, Arithmetica en Jongsmans-onderwyser. Daarin wordt onder meer de beweging van planeten uitgelegd aan de hand van de wetten van Newton. Eise noteert zijn opgaven nauwkeurig, en uit zijn werk blijkt hoe gedreven hij is om de stof écht te begrijpen. En dat niet alleen, hij lijkt er ook veel plezier aan te beleven.
De sterrenkunde eigen maken
Later gaat Eise zelf aan de slag met sterrenkundige berekeningen. Hij bepaalt alle gedeeltelijke zons- en maansverduisteringen die tot 1800 te zien zijn vanuit Dronrijp. Daarvoor gebruikt hij tabellen van de sterrenkundigen De la Hire, Van der Molen en Lalande, waarin de posities van zon, maan en planeten genoteerd staan. Met die informatie kan Eise de toekomstige verduisteringen berekenen. Deze berekeningen zijn zeker niet makkelijk, en laten zien hoeveel Eise heeft opgestoken tijdens de lessen van Wytzes.
De weg naar het planetarium: jaren van voorbereiding
Jaren later begint Eise aan het grootste project van zijn leven: hij bouwt in zeven jaar een metersgroot planetarium. Daar zijn eerst vele jaren van oefening aan vooraf gegaan. De basis voor het rekenwerk wordt gelegd op de dorpsschool in Dronrijp en later leert Eise sterrenkundige berekeningen bij Willem Wytzes. Uiteindelijk kan hij zijn droom waarmaken: een nauwkeurig werkend planetarium aan het plafond van zijn eigen woonkamer.